Opgeven is het nieuwe winnen | column
’Wat je begint, dat maak je af.’ Wat heb ik mijn ouders vaak vervloekt om die uitspraak.
Ik werkte in de zomer op de groenteveiling in Beverwijk en had als taak om elke dag een nieuwe vrachtwagen verse sinaasappelen uit te laden en elk kistje minutieus te controleren op rotte exemplaren. Aan het eind van de dag waren er van de dertien pallets nog twaalf met onbeschadigde sinaasappelen over. Een container rotte vruchten stond er dampend naast en mijn handen jeukten zes weken lang alsof ik net zonder handschoenen het haar van Wilders had bijgekleurd. Geestdodend werk was het, al was het alleen al omdat de voorman de hele dag niet meer dan tien woorden zei. Altijd in deze volgorde: „Mogge. Koffie. Verder. Broodje. Joe. Pauze. Kom op. Tot morgen.”
Na zes weken had ik het gezien. Het was de laatste dag, maar mijn rug was geknakt en de gedachte dat ik nog een uur in de buurt van die man moest blijven maakte in mij Glennis Grace-achtige krachten los. Tot ik mijn vader van beneden hoorde roepen: „Richard, kwart over zes!” Pfffff. „Ik ga niet meer pap, ik ben gesloopt…” Vijftien minuten later zat ik vloekend op de fiets naar Beverwijk. „Wat je begint, dat maak je af.” Ik haatte m’n vader en doe nu natuurlijk precies hetzelfde bij mijn zoon. Maar of ik daarmee nog aansluit bij de laatste opvoedkundige normen is de vraag.
Wie zou er afgelopen week bij Liliane Ploumen onderaan de trap hebben gestaan? Ze stapte op als fractievoorzitter omdat die rol haar naar eigen zeggen niet paste. Dat zou iedereen die haar een paar weken geleden nog de winst bij de gemeenteraadsverkiezingen zag claimen toch niet denken. Ze ging tekeer als de zus van Emile Ratelband die in een ketel xtc was gevallen. Het was gewoon een beetje eng. Nu haakt ze af en wordt daarvoor door vele columnisten de hemel ingeprezen. Haar beslissing getuigt van moed en zelfinzicht lees ik overal. „Haakten er maar meer mensen af!” is de teneur. Wonderlijk.
Van de Belgische Mol hoeven we het ook al niet te hebben. Die haakte na drie afleveringen al af. Ik vind het eerlijk gezegd nog veel, want de hele hype rond het programma gaat altijd langs me heen. Het is toch een soort verstoppertje spelen voor volwassenen. Ik snap er nooit iets van. Je moet op ’iemand zitten’ en ’bondjes sluiten’ wat zoveel wil zeggen als met z’n tweeën iemand anders naaien. Dat is dan leuk. Dit is natuurlijk allemaal de kift omdat mijn maatje Veldhuis wel heeft meegedaan en ik nog nooit gevraagd ben. Dat zal nu ook wel niet meer snel gebeuren. Hoe dan ook, ook de Belgische afhaak-Mol verdiende volgens velen diep, diep respect. „Als je lijf protesteert moet je niet over de rode lijn gaan” klonk het.
Opgeven is het nieuwe winnen. Ik heb daar geen oordeel over, maar moet er wel even aan wennen. Als ik dat eerder had geweten, had ik mezelf behoorlijk wat zelfkwellende gedachten kunnen besparen. Opgeven kan ik namelijk heel goed! Ik heb al zoveel opgegeven: sporten, afvallen, relaties, verjaardagsvisite, kerst, shared dining, themafeestjes, sushi, voicemails, op een houten wc-bril gaan zitten, doen alsof we gaan afspreken terwijl we allebei geen zin hebben, de krant helemaal lezen, Hello Fresh recepten, wandelen, namen van bloemen onthouden, vragen naar kinderen die ik niet ken... Allemaal dingen waarover ik me al jaren schuldig voel. Maar dat hoeft nu dus niet meer want opgeven is gewoon reteknap!
Een verzoek, zeg nog maar even niet tegen m’n zoon. Sommige dingen moeten ze zelf uitvinden.
Instagram: @richardkemper