Vrouwen uit de Beemsterpolder gaven in de negentiende eeuw nauwelijks borstvoeding aan hun kinderen. Dit blijkt uit onderzoek van biologisch antropoloog Andrea Waters (universiteit van West-Ontorio in Canada en Universiteit Leiden) in samenwerking met onderzoekers uit de Beemster en uit Leiden.

277 botten van kinderen die in 2011 werden opgegraven uit het kerkhof van Middenbeemster toonden een lage waarde van bepaalde stikstof- en koolstofvarianten aan. Dit laat zien dat de kinderen in de jaren voor hun dood weinig of geen borstvoeding ontvingen.

Toch is dit vreemd. De Middenbeemster was namelijk een protestantse boerengemeenschap. In protestantse gemeenschappen werd doorgaans meer borstvoeding gegeven dan in katholieke gemeenschappen.

De onderzoekers vermoeden dat de boerinnen geen tijd hadden voor borstvoeding. Ze maakten lange werkdagen en hadden ook nog eens de leiding over het melken van de koeien. Hoogstwaarschijnlijk kregen de kinderen kunstvoeding, zoals koemelk of pap.