Zij zat op 21 december 2019 rond half vier ’s nachts naast hem in de auto die na een mislukte inhaalmanoeuvre op een betonnen barrière botste en in brand vloog. De jonge vrouw kon toen niet worden gered. De Rotterdamse bestuurder wél. Hij kreeg nu 48 dagen cel, 240 uur werkstraf (waarvan 60 uur voorwaardelijk) en een rijontzegging van drie jaar opgelegd. De celstraf zat hij al in voorarrest uit. „ De rechtbank realiseert zich dat voor de nabestaanden met geen enkele straf recht zal kunnen worden gedaan aan het intense verdriet dat zij ondervinden.”

Het stel kwam van een salsafeest uit Amsterdam en was onderweg naar Den Haag om daar verder te dansen. Hij had niet gedronken en geen drugs gebruikt. Maar ondanks eerdere veroordelingen voor ’forse’ snelheidsovertredingen in 2019, ging het nu weer te hard. Mínstens 145 kilometer per uur, maar mogelijk harder dus, waar hooguit 130 mocht op dat moment. Bij het inhalen kwam hij deels in een grasberm terecht, waarna hij de macht over het stuur verloor en op een betonnen pilaar klapte bij Rijpwetering. De auto brandde uit. Men wist de Rotterdammer nog uit de vuurzee te redden, maar de vriendin vond de dood. „De verdachte heeft met zijn rijgedrag een onomkeerbaar verlies teweeggebracht en zeer groot leed toegebracht aan de nabestaanden”, aldus de rechters. „De nabestaanden zagen zich geconfronteerd met de dood van hun 19-jarige dochter en zus die haar leven nog voor het grootste gedeelte voor zich had.”

De rechters hadden qua strafmaat rekening te houden met de omstandigheid dat de zaak zes maanden te laat was behandeld. Mede daarom viel de straf lager uit dan de eis die het OM had laten horen tijdens de behandeling van de strafzaak twee weken geleden. Het OM eiste toen onder meer een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan een maand voorwaardelijk. Wél geheel overeenkomstig de eis van het OM legde de rechtbank de rijontzegging van drie jaar op: „ De verdachte vormt naar het oordeel van de rechtbank een gevaar op de weg.”

Het OM had de Rotterdammer zelfs een heuse wegpiraat genoemd. Hij zou sinds 2016 meer dan veertig verkeersovertredingen hebben begaan, van te hard rijden tot door rood rijden en ander asociaal verkeersgedrag. De verdediging hield het op een noodlottig ongeval waar de verdachte in strafrechtelijke zin geen blaam trof, maar daar dacht de rechtbank dus anders over. De rechtbank bepaalde verder nog dat de Rotterdammer een verplichte gedragsbehandeling moet ondergaan.