Niet alleen omdat hij geen gehoor gaf aan een bevel van de politie om de Utrechtsebaan te verlaten, maar ook omdat hij het gebiedsverbod overtrad dat hem door het Openbaar Ministerie preventief was opgelegd. Lucas Winnips spande daarover vrijdag nog een kort geding aan, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat ze het gebiedsverbod niet kon schorsen.

Na het kort geding zei Winnips dat hij wel even goed moest nadenken of hij deel zou nemen aan de blokkade. Het antwoord op die vraag bleek uiteindelijk een duidelijk ’ja’.

„Het klimaat verkeert in een noodtoestand. Een enorme bedreiging voor ons welzijn, voor de volksgezondheid. Mensen hebben het recht te leven en dat recht wordt geschonden door de overheid, die nog steeds 17,5 miljard euro per jaar uittrekt voor subsidie en andere steun aan fossiele brandstoffen. Die crisis is zo groot, zo belangrijk, dat ik het morele recht heb om me te uiten. Ik mag dan wel een gebiedsverbod hebben, er bestaat ook nog zoiets als het demonstratierecht. Ik heb de overtuiging dat ik in mijn recht sta. En dan was er ook nog een derde argument om zaterdag toch mee te doen aan de blokkade: Ik heb mensen opgeroepen om mee te doen. Dan is het vreemd als ik zelf mijn gezicht niet laat zien. De regering heeft de fossiele subsidies nog niet afgeschaft. Dus we gaan door, met steeds meer mensen.”

Binnenkort wordt door de strafraadkamer van de rechtbank het bezwaar behandeld, dat Winnips en andere actievoerders indienden tegen het gebiedsverbod.