Bij de psycholoog, interieurverzorging voor de geest | Column Vak K
Erna Straatsma© Foto Hielco Kuipers
Als je hoofd een chaos is, kun je naar een psycholoog. Die biedt je haar luisterend oor aan.
Zoals de peeskamer van een sekswerker (meestal een vrouw) de dumpplek is voor lichamelijk ongemak, is de werkkamer van de psycholoog (meestal een vrouw) een stortplaats voor geestelijke malaise.
Van bezoek aan een sekswerker is het nog niet gekomen, maar met psychologen heb je aardig wat ervaring. Je kunt bij hen stoom afblazen tegen betaling.
Hoe is het de afgelopen twee weken gegaan?
Na die zin mag je ongestoord je verhaal doen. Je kent de hulpverleenster niet, ze is een blanco vel voor je, ze oordeelt niet. Haar werkruimte is een plek waar je niet bang hoeft te zijn voor onaangename reacties.
Als je kanker hebt, is je hoofd soms zo vol met vragen en angsten dat je er gek van wordt. Dan heb je iemand nodig die de rommel helpt ordenen. Een interieurverzorgster.
Heb je nog wat gehoord van je vader?
De tissues staan klaar op tafel. Het is niet erg als je huilt. Dat mag.
Nee, je hebt niets gehoord van je vader. Was te verwachten.
Hoe gaat het met je zoon?
De psycholoog toont begrip, mededogen. Zij vangt jouw woede en frustratie kundig op. Ze knikt, ze luistert, ze vraagt, ze zwijgt. Ze geeft geen adviezen, ze blijft neutraal. Dat is prettig. Je belast haar niet, ze gaat straks weer vrolijk naar huis. En ze zorgt er voor dat je niet al je ellende over vrienden en familieleden uitstort.
Het gaat goed met je zoon. Hij studeert, heeft vrienden, werk. Hij weet dat zijn moeder misschien niet lang meer leeft. Misschien dringt dat niet helemaal door, maar oké. We bereiden ons voor op zo’n scenario.
Ben je nog in het ziekenhuis geweest?
Er was een paniekaanval bij de oogarts waar je plotseling naartoe moest. Trillend van de spanning zat je daar. Later snikkend. Je werd behandeld als een haperend ding.
Ze snapt het, zegt ze. Je twijfelt aan de waarheid van die opmerking. Maar het is aardig dat ze het zegt.
Zien we elkaar over twee weken weer?
Aan het einde van de praatsessie ben je bekaf, licht overstuur. Om nou te zeggen dat je hoofd is opgeruimd: nee.
Al ontstaan er na enkele gesprekken diverse stapels rommel, een soort overzichtelijkheid.
Nog een geluk dat je geen sekswerker nodig heb, want dat vergoedt de zorgverzekeraar niet. Vreemd eigenlijk.
Verslaggeefster Erna Straatsma (1963), werkzaam bij deze krant, heeft uitgezaaide borstkanker. Ze vertelt over haar leven als patiënte in het kankercircuit, ofwel Vak K.